Lancôme / Ninôme
Rechtbank Den Haag 25 november 2024, ECLI:NL:RBDHA:2024:19460
L’Oréal, eigenaar van het wereldberoemde merk LANCÔME, verkoopt sinds 1935 wereldwijd luxe huidverzorgingsproducten, parfum en make-up. Het merk is geregistreerd voor o.a. parfums en beautyproducten. Ninôme B.V., opgericht in 2024, verkoopt collageen-supplementen onder de naam NINÔME (met dakje) via beautysalons en online, met steun van fotomodel Kim Feenstra. Het product werd ook aangeboden als NINOME (zonder dakje) op verpakkingen en social media.
L’Oréal sommeerde Ninôme te stoppen met de vermeende merkinbreuk. Ninôme weigerde, maar bood later eenzijdig aan de naam NINÔME te vervangen door NINOME, in een ander lettertype, en met dakje-vrije huisstijl. L’Oréal vond dat onvoldoende: ook NINOME zou inbreuk maken.
L’Oréal vordert in kort geding een verbod op het gebruik van zowel NINÔME als NINOME, rectificatie op social media, opgave van herkomst en distributiekanalen, en een recall van producten. Volgens L’Oréal lijken beide tekens zó sterk op LANCÔME dat verwarring dreigt, mede omdat het om identieke waren gaat.
Ninôme stelt dat er geen sprake is van inbreuk: de naam is zelf bedacht, wordt anders uitgesproken en geschreven dan LANCÔME, en voedingssupplementen zijn geen parfumerie of beautyproducten. Bovendien heeft zij al toegezegd NINÔME te staken, en daarom zou (speodeisend) belang ontbreken.
De voorzieningenrechter stelt allereerst vast dat L’Oréal wel degelijk voldoende spoedeisend belang heeft bij haar vorderingen: er is sprake van een gestelde voortdurende merkinbreuk. Dat Ninôme heeft toegezegd het gebruik van het merk NINÔME uiterlijk per 29 november 2024 te staken, neemt dit belang niet weg. De toezegging geldt immers pas na de datum van het vonnis, bevat geen erkenning van inbreuk en laat het gebruik van de naam NINOME ongemoeid, terwijl L’Oréal ook dat gebruik inbreukmakend acht.
De Voorzieningenrechter beoordeelt de zaak daarom vervolgens inhoudelijk. Hij komt tot de conclusie dat het gebruik van het teken NINÔME merkinbreuk oplevert in de zin van artikel 2.20 lid 2 sub b BVIE. Visueel en auditief is er een grote mate van overeenstemming met het woordmerk LANCÔME: beide tekens bestaan uit één woord van zes of zeven letters, met de letter N op de derde positie en eindigend op -ÔME. Het dakje op de O, dat in het Nederlandse taalgebied zelden voorkomt, trekt extra aandacht en versterkt de gelijkenis. Auditief hebben beide merken eenzelfde ritme en klank in de laatste lettergreep. Begripsmatig gaat het in beide gevallen om fantasienamen zonder concrete betekenis. Daarbij komt dat Ninôme haar product – een collageensupplement dat wordt gepresenteerd als schoonheidsproduct – aanbiedt in eenzelfde marktsegment en aan dezelfde doelgroep als waarvoor het LANCÔME-merk is ingeschreven. De Voorzieningenrechter beschouwt de waren van Ninôme daarom identiek aan die waarvoor het LANCÔME-merk is ingeschreven. Het relevante publiek heeft weliswaar een bovengemiddeld aandachtsniveau, gezien het luxe karakter van de producten, maar dat doet niet af aan het risico op verwarring, temeer omdat het merk LANCÔME een sterk onderscheidend vermogen heeft en beide tekens in de praktijk op vergelijkbare wijze worden gepresenteerd, onder meer in zwart of wit, in hoofdletters, vaak in combinatie met een portretfoto van een model.
Ook het aangepaste teken NINOME – zonder dakje – acht de voorzieningenrechter inbreukmakend. Hoewel de visuele gelijkenis iets minder groot is, blijft er sprake van aanzienlijke overeenstemming in opbouw, ritme en klank. Het gaat bovendien nog steeds om identieke waren, gericht op hetzelfde publiek. Doorslaggevend is hier de zogenoemde nawerking: het eerdere, intensieve gebruik van NINÔME – inclusief brede promotie met het bekende model Kim Feenstra – blijft doorwerken in de perceptie van het publiek. Het verschil tussen NINÔME en NINOME is minimaal, waardoor het publiek de aanpassing niet of nauwelijks zal opmerken, mede omdat Ninôme beide versies al door elkaar gebruikte, onder meer in domeinnaam, social media en op de verpakking. Het gevaar dat consumenten zullen denken dat de producten afkomstig zijn van, of gelieerd zijn aan, LANCÔME, blijft dus bestaan.
Omdat sprake is van merkinbreuk, wijst de voorzieningenrechter het gevorderde inbreukverbod toe. Ninôme moet binnen twee weken na betekening van het vonnis elk gebruik van tekens die identiek zijn aan of overeenstemmen met het LANCÔME-merk – en in het bijzonder NINÔME en NINOME – staken, ook in handelsnamen, domeinnamen en social media-accounts. Verder wordt zij verplicht binnen 48 uur een rectificatie te plaatsen op haar social media accounts, waarbij expliciet wordt vermeld dat het gebruik van beide tekens is verboden. Ninôme moet daarnaast binnen twee weken opgave doen van de herkomst en distributiekanalen van alle producten met het teken NINÔME, en deze bij professionele afnemers terughalen. Ten slotte wordt Ninôme veroordeeld tot betaling van ruim € 16.000 aan proceskosten aan L’Oréal.